|
|
Mijn eerste herinnering aan Hare Krishna dateert van zo'n twintig jaar
geleden. Op een dag dook er voor de supermarkt aan de overkant van de straat - ik woonde aan de Parijse boulevard de Sébastopol
- een groepje jongeren op die oranje gewaden droegen en folders uitdeelden. Een keer of drie kwamen ze terug - alvorens voorgoed
uit het straatbeeld te verdwijnen. Later vertelde een caissière dat klanten geklaagd hadden en dat de politie er aan te pas
gekomen was om 'die jonge idealisten die het leven door een oranje bril bekijken' te verjagen.
Ik moest aan deze omschrijving denken toen ik op een zonnige maandagmorgen het Hare Krishna-centrum in Amsterdam naderde.
Een charmante jongeman ontvangt me in een ruimte die oogt als een winkel. In een vitrinekast staan spiritueel getinte boeken
en op de toonbank liggen cd's met oosterse afbeeldingen. Een dame die aan een tafel zit negeert mijn uitgestoken hand. 'Wij
schudden geen handen,' glimlacht ze. Ik voel me als een kind dat voor het eerst naar de kleuterschool gaat.
Mijn bezoek blijkt enige verwarring te veroorzaken. Lichtelijk nerveus vraagt de jongeman voor welk blad ik schrijf. Ik antwoord
en hij verdwijnt door een deur waarachter zich de keuken bevindt. Er staat een pan op het vuur en een weldadige geur van oliën
en meelspijzen beroert mijn neusgaten. Zichtbaar opgelucht duikt hij
weer op: op Internet heeft hij zojuist gezien dat Leven een website heeft - nuttige informatie al vraag ik me af
waarom deze doublecheck niet eerder uitgevoerd had kunnen worden. Het onderhoud vindt plaats in de tempel, onder het waakzaam
oog van de grote leider, Bhaktivedanta Prabhupada, wiens foto op een altaar staat. We trekken onze schoenen uit.
Net zoals de idealisten uit Parijs is de heer Radhavallabha Pas gekleed in oranje kledij en is zijn schedel kaal geschoren.
Een interesse in oosterse religies die zich al op jonge leeftijd manifesteerde deed hem besluiten tot de Hare Krishna toe
te treden. Met veel eerbied praat hij over de grote leider, die de Vedische wetenschap in de jaren zestig van de vorige eeuw
een nieuw leven inblies door de Bhagavad Gita (een 5000 jaar oud filosofisch werk) te vertalen en de lof ervan over de gehele
wereld te bezingen. De ontplooiing van het zelfbewustzijn is een van de doelstellingen en het afzweren van het materialisme
een andere. Tot op de dag van vandaag wordt de leer uitgedragen door het houden van diensten (in de tempel waar we ons bevinden
twee keer per dag), filosofiecursussen, Krishna-feesten. Dat je
op de hele planeet Krishna-gemeenschappen hebt - mijn spontane vergelijking met kloosters spreekt mijn gastheer aan - neemt
niet weg dat er minder leden zijn dan ik aanvankelijk dacht: zo huizen er in het Amsterdamse Krishna-gebouw niet meer dan
vier interne aanhangers. Als ik eventuele weerstand tegen de Krishna's aansnijd bezigt mijn gastheer het woord tolerantie
(al moet je niet vreemd opkijken als iemand openlijk een kanttekening plaatst bij de oranje outfits), en zegt hij het idee
dat zij mensen tegen hun wil zouden vasthouden of indoctrineren - zoals sommige persberichten beweren - ronduit belachelijk
te vinden. Voor we de link naar het vegetarisme leggen wil ik weten waar die kleur oranje
toch vandaan komt. 'Oranje staat voor het spirituele leven,' zegt hij met een dubbelzinnig lachje alsof hij verwacht dat deze
uitleg mij verbaast. Gelukkig kan ik hem geruststellen: ik schrijf voetbalfanatici niet bepaald spirituele eigenschappen toe
en Oranjegezind ben ik al helemaal niet... Bij een vreedzame levenswijze hoort vreedzaam
verkregen voedsel. Vlees draagt angst en pijn in zich en dat heeft zijn weerslag op degenen die het tot zich nemen. 'Je bent
wat je eet,' is de boodschap. Net als hun leer proberen de Krishna's ook hun skills op kookgebied
uit te dragen. Zo kan een zwerver bij ze terecht als de hongersnood hoog is - al zijn hier, om begrijpelijke redenen, beperkingen
aan verbonden - en bestaat de mogelijkheid Hare Krishna-leden uit te nodigen om aan huis een Vedische maaltijd te komen bereiden
(uiteraard tegen vergoeding). Voor doehetzelvers zijn er kookboeken (Vedische Kookkunst en Een Hogere Smaak)
en voor beginners kookcursussen. Het wordt drukker in de tempel. Iemand trekt een gordijn
voor de foto van de leider en er klinken kermende geluiden maar omdat er niemand ingrijpt neem ik aan dat het om een gangbaar
ritueel gaat. Een meisje met een rugzakje en een enigszins wanhopige blik ploft neer op de vloer. Ons gesprek loopt ten einde.
Als ik in de ontvangstruimte mijn schoenen aantrek worden er pastamaaltijden op tafel gezet. De jongeman die me zojuist ingewijd
heeft in de eerste beginselen van Hare Krishna nodigt me uit aan te schuiven. Ik veronderschuldig
me. Mijn brillenglazen mogen dan al aardig oranje beginnen te kleuren, de realiteit heb ik nog niet helemaal uit het oog verloren:
elders in Amsterdam zit een andere afspraak op me te wachten...
|
|
|