Rijk de Jong / Aristide von Bienefeldt Ingegeven door dubbele droom |
|||||
|
||||
Het verhaal cirkelt om een gebeurtenis in
WO I. Een vliegtuig stortte ergens in Frankrijk neer. Naast de piloot bleek er nog een slachtoffer te zijn gevallen. Een vrouw
die daar in de buurt woont gaat steeds obsessiever over deze man fantaseren. Ze richt een graf voor hem op, net zoals een
vrouw die ik ken dat heeft gedaan voor onbekende soldaten. Een kleine gebeurtenis, die weinig om het lijf heeft, krijgt uiteindelijk
een enorm effect. Want als dat vliegtuig niet was neergestort, was Walter niet geboren. Zo vluchtig is het bestaan; we denken
zeggenschap over het leven te hebben terwijl een idioot detail zo beslissend is. Een groot aantal personages is samengesteld
uit mensen die ik ken, ik veranderde enkel hun handlijnen. Alleen Walter leerde ik pas kennen nadat ik de roman af had. Via
de website myspace.com kwam ik in contact met net zo’n jonge jongen, die ook opgevoed was zonder vader, die ook van
meloen hield, die ook zo’n samengestelde achternaam had als Walter Couture-Pees. Dat was uiterst bevreemdend. De vaderrol werk ik in deze roman niet erg
uit. Volgens mij zijn homo’s niet bepaald geschikt voor het vaderschap. Als homo kinderen willen riekt mij dat te veel
naar imitatiedrang. Kinderen zijn de bekroning van een liefde die je met iemand deelt en homo’s kunnen nu eenmaal geen
nageslacht voortbrengen. Ik veroordeel de homostellen niet die grut adopteren, maar begrijpen doe ik het evenmin. Ergens vind
ik het het toppunt van kitsch. In mijn roman breek ik geen lans voor homo’s
in onze samenleving, dat deed ik al in mijn debuut. Ik heb er geen zin meer in omdat het een stap terug is. Gezien de nieuwsberichten
is het wel weer nodig. Toch krijgen volgens mij problemen die homo’s ondervinden nu meer aandacht omdat de aanvallers
allochtonen zijn. Tien jaar geleden werden homo’s nog uitgescholden door de zoon van de timmerman, maar dat had geen
urgentie voor de pers. Nu versterkt het de veroordeling van de Arabische wereld. Maar als er ergens meer aandacht voor zou
moeten komen, is dat voor klassiekers in onze letterkunde. In Frankrijk lijken negentiende-eeuwse romans heel hedendaags doordat
de taal nauwelijks veroudert. Nederlandse literatuur is al snel ouderwets omdat wij om de tien jaar spellingshervormingen
doorvoeren. Het effect is rampzalig. We weten niet meer waar we trots op moeten zijn. We zouden sommige nu totaal vergeten
schrijvers weer moeten koesteren omdat ze een functie kunnen uitoefenen in onze samenleving. Literatuur is immers het smeedijzer
van iedere cultuur.” |
||||
|
||||