Rijk de Jong / Aristide von Bienefeldt Bekentenissen van een stamhouder
|
|||||
'Als die derde duif niet gekomen was, dan
had ik vrijwel zeker dit verhaal niet verteld.' De derde duif verschijnt op de ochtend nadat Aristide von Bienefeldt - hoofdpersoon
en schrijver van Bekentenissen van een stamhouder dragen dezelfde naam
- een hele nacht hand in hand slapend heeft doorgebracht met een zekere Raphael, 'de best geklede jongeman die ik ooit ontmoette,
de meest elegante, de minst verwijfde en hij heeft een gevoel voor humor dat met het mijne wedijveren kan'. De volgende ochtend zegt Raphael nadat er twee duiven
langs het ontbijtraam zijn gevlogen dat hij bij een derde duif zal vertrekken. Het teken Gods is helder en Aristide belandt
in een crisis die hij eerst het hoofd tracht te bieden door in het Parijse en Londense uitgaansleven zijn achterste aan zoveel
mogelijk mannen aan te bieden en vervolgens zijn condooms als ware het drugs door de wc te spoelen en zich het medicijn met
de veelzeggende naam Eropax te laten voorschrijven. Al weken voor de verschijning van Bekentenissen van een
stamhouder kreeg het boek de nodige aandacht, dankzij een doorzichtige, maar daarom niet minder effectieve publiciteitscampagne
van uitgeverij Meulenhoff. 'DEBUUT?' vroeg Meulenhoff zich openlijk af bij de aankondiging. Het manuscript zou zomaar bij
de uitgeverij zijn gebracht en zo goed zijn dat men eigenlijk niet kon geloven dat het van een debutant zou zijn. De stijl
zou overeenkomsten vertonen met die van, hoe kan het ook anders, Arnon Grunberg. En om de overeenkomst met Grunbergs Marek
van der Jagt-mystificatie nog wat te vergroten, is Von Bienefeldt niet beschikbaar voor interviews, maar is hij wél bereid
schriftelijke vragen te beantwoorden. Recensenten krijgen bij het boek zelfs het e-mailadres van de auteur, zodat ze zonder
omhaal met hun onderzoekingen kunnen beginnen, eventueel zelfs zonder het boek te lezen. Nu zijn er inderdaad redenen om aan te nemen dat er achter
Aristide von Bienefeldt een ervaren schrijver schuilgaat: het is soepel geschreven, maar gaat niet erg diep: het verraadt
een grote lust tot parodie (vooral op het genre van de seksuele bekentenisroman) - typisch voor een schrijver die zin heeft
in een tussendoortje. Maar om wiens tussendoortje het hier gaat, is moeilijker te zeggen. De 'overeenkomsten met de stijl
van Arnon Grunberg' zijn te verwaarlozen, maar dat zegt niet alles. Gerard Reve is te oud, maar verder kan het iedereen zijn,
van Gerrit Komrij en Geerten Meijsing tot Oscar van den Boogaard. Of een 'echte' debutant (laten we zeggen, Andries Boonstra
of Anneke van den Boon), die zich met behulp van een pseudoniem dat te mooi is om waar te zijn, uit de massa nieuwe schrijvers
omhoog probeert te werken. Dat
laatste is gelukt, en dat is verdiend. Er valt veel plezier te beleven aan De
bekentenissen van een stamhouder, al is het maar door de komische voorspelbaarheid waarmee werkelijk ieder contact dat
Aristide met een andere man heeft, ontaardt in een seksscène. 'Geneukt worden om niet vergeten te worden, zou mijn motto kunnen
zijn', schrijft hij. De held van het verhaal is overigens zelf altijd degene die het geslachtsdeel van de ander tot zich neemt. Aristide heeft op de tweede pagina van
het boek de penis van een doodgraver in zijn mond, en voert het tempo daarna alleen maar op. Hij ontmoet ook nogal wat curieuze
figuren: van de Marokkaanse taxichauffeur die Aristide dusdanig onder handen neemt dat deze later de kattenbakkorrels uit
zijn haar moet halen, tot en met de man die in potjes de ontlasting van zijn bedpartners bewaart. Tussendoor staat nog wat
ontspannen babbelfilosofie over bijvoorbeeld het verschil tussen de 'oogneuker' en de 'egoneuker'. Niet het hele boek is een mannelijk-homoseksuele versie
van La vie sexuelle de Catherine M. - het bevat ook een aantal herinneringen
van Aristide aan zijn jeugd in het dorp Werkmansgat, in een hardwerkende familie die een begrafenis in West-Nederland ziet
als aardige opmaat voor een dagje aan het strand. Daartegenover staat de andere familietak; het verarmde aristocratische geslacht
waarvan Aristide stamhouder is. De onmogelijkheid van tussenposities - burgerlijkheid of adel? Liefde of seks? Zuinigheid
of verkwisting - is het wat dunne onderliggende thema van het boek. De leidende gedachte van Bekentenissen van
een stamhouder is dus niet opmerkelijk en er zijn daarnaast nog wel wat kleinigheden op het boek aan te merken, zoals
de tik- en grammaticale fouten die erin staan. Waarschijnlijk is de aanprijzende opmerking van de uitgever ('het komt niet
vaak voor dat je een manuscript krijgt dat direct gedrukt kan worden') in de productie wat al te letterlijk genomen. Maar
voor wie niet onpasselijk wordt van royaal vloeiende lichaamssappen, is Bekentenissen
van een stamhouder een genoeglijk tijdverdrijf. Voor de lezer maakt het dan ook niet meer uit of het de eerste keer
is met een man (of vrouw) met wie nog een langdurige relatie mogelijk is of een one night stand met iemand die het allemaal al veel vaker heeft gedaan.
|
||||
NRC Handelsblad 21-06-2002 |
||||
|
||||